Kabeljauw op risotto met zeekraal en kappertjes

Aantal
4 personen

Niveau
moeilijk

Tijd
40 Min

Kabeljauw of skrei

Skrei is winterkabeljauw uit de Noorse Lofoten. Omdat de Skrei van de Barentszzee naar de Lofoten trekt is het vlees steviger dan dat van de gewone kabeljauw, die vaak op één plaats blijft. Het woord Skreid is afkomstig van het Noorse woord reiziger of zwerver. Als deze vis in het gebied van de Lofoten zwemt mag hij alleen wordt gevangen worden. Skrei is daarom alleen in januari tot mei te verkrijgbaar. Door deze strenge regels en controle is de arctische kabeljauw één van de best beheerde visbestanden.

Bij dit gerecht heb ik skrei gebruikt, maar kabeljauw kan net zo goed.

Ingrediënten

  • 4 moten kabeljauw
    (met huid)

  • 280 gr. risottorijst

  • 1 ui

  • 1 stengel bleekselderij

  • 2 tenen knoflook

  • ¼ rode peper

  • olijfolie

  • 1 glas witte wijn

  • 1 ltr. visbouillon

  • 100 gr. zeekraal

  • 4 eetl. kappertjes

  • 50 gr. roomboter

  • peper en zout

  • 1 citroen

Bereidingswijze

  1. Maak eerst de bouillon van visbouillontabletten.
  2. Laat de kabeljauw, afgedekt op kamertemperatuur komen.
  3. Snij voor de risotto de ui en bleekselderij mooi klein. Fruit de ui en bleekselderij gedurende 10 minuten in 2 eetlepels olijfolie op een heel zacht vuur zodat deze niet verkleurt maar wel zacht wordt.
  4. Snij ondertussen de knoflook en rode peper fijn. Doe de laatste 5 minuten de knoflook en rode peper erbij. 
  5. Schenk nog 1 lepel olijfolie erbij, zet het vuur hoger en voeg de risottorijst toe en bak deze, onder continu roeren tot de rijstkorrels glazig beginnen te worden. Dit duurt ongeveer 1 á 2 minuten.
  6. Blus het af met witte wijn en laat dit helemaal absorberen.
  7. Schenk er 2 soeplepels bouillon bij en zet het vuur lager zodat de rijst mooi egaal gaar wordt. Voeg regelmatig een soeplepel bouillon toe.
  8. Zet de oven aan op 80°C en plaats de borden in de oven.
  9. Spoel de zeekraal en snij de helft in kleinere stukjes. Voeg dit samen met de laatste soeplepel bouillon toe aan de risotto.
  10. Laat 4 eetlepels kappertjes uitlekken.
  11. Dep de kabeljauw droog met keukenpapier. Verwarm een pan met anti-aanbaklaag. Giet 1 of 2 eetlepels olijfolie samen met een klontje roomboter in de panen bak de kabeljauw op een matig tot hoog vuur. Als je de kabeljauw met huid kunt krijgen bak je de vis eerst op de huid. Zet het vuur lager en bak de kabeljauw 3 tot 5 minuten, afhankelijk van de dikte van de vis. Beweeg de vis voorzichtig zodat hij niet aan de bodem kleeft. Draai de vis om en bak deze nog circa 2 minuten. Haal de vis uit de pan en laat hem even rusten. Breng de vis op smaak met peper en een beetje zout.
  12. Zet een steelpannetje op het vuur en bak in een klein scheutje olijfolie heel kort de zeekraal en kappertjes en blus het af met een beetje citroensap.
  13. Roer de boter door de risotto als deze helemaal gaar is en breng het op smaak met peper.
  14. Verdeel de risotto over de 4 voorverwarmde borden en schep de zeekraal en kappertjes erop. Leg daar bovenop een moot kabeljauw.

    Geniet ervan.

Heb je dit gerecht gekookt?
Deel hem dan met ons

Suggesties, vragen of opmerkingen:
geert@chefineigenhuis.nl